Een gewone jongen uit de buitenwijken van Sofia wordt de eerste Bulgaarse undercoveragent. Toen hij jong was, werd Martin door zijn vader gedwongen om te liegen en te bedriegen, en hij wordt de perfecte leugenaar. Die vaardigheid, en ook de haat tegen de 'onderwereld', maken hem de perfecte match voor een gevaarlijke missie: het infiltreren in de misdaadorganisatie van een rijke en machtige zakenman. Terwijl hij infiltreert en leeft in angst om ontdekt te worden, wordt Martin verliefd op de meest ongepaste vrouw: Djaro's vriendin Suni. Net als hij het vertrouwen van de gangsters wint, blijkt dat de echte vijand bij de politie zit.