Vito, een student, ervaart vaak tegenslagen waardoor hij de tijd kan terugdraaien. Het blijkt echter dat de dingen niet zo perfect zijn als hij zich had voorgesteld. De tegenslagen die hem eerder overkwamen, lijken nu anderen te overkomen. Verslechtert het tarten van de wetten van de natuur om zijn eigen lot te bepalen alleen maar het lot van de mensen om hem heen?