Op school is Fumio overal goed in. Zijn opgewekte, extraverte persoonlijkheid maakt hem tot een grote favoriet bij zowel leraren als klasgenoten. Hij verkeert in perfecte gezondheid en er lijkt geen enkele schaduw te zijn die zijn leven vertroebelt. Dan, op een dag, voelt hij plotseling pijn in zijn schouder. Zijn ouders brengen hem naar een dokter die hen vertelt dat hun zoon botkanker heeft en in het ziekenhuis moet worden opgenomen. De ouders kunnen hun oren niet geloven, want Fumio was altijd het toonbeeld geweest van een overvloedige gezondheid. De hele familie, met uitzondering van Fumio, wordt in de diepten van wanhoop gestort. Ze vragen zich af waarom dit hun Fumio en hun gelukkige gezin moest overkomen. De vader die als eerste herstelt en besluit kanker te bestrijden om het leven van zijn zoon te redden.