Ilja Gorts laatste Italiaanse bestemming voert hem naar het puntje van de hak van de laars: Puglia. In deze regio bezoekt hij het oertijd-stadje Matera, waar hij slaapt in een grot. Hij drinkt de oudste wijn van Italië, de Primitivo, die rijpt in enorme aardewerken potten. Hij knuffelt met een olijfboom waar Julius Ceasar nog een olijf van heeft geplukt en helpt mee met de jaarlijkse olijvenpluk, waar het er bepaald niet zachtzinnig aan toegaat. In een dodenstad ontmoet hij twee jonge koks wier grootmoeder recent is overleden. Zij nemen hem mee naar hun boerderij voor een herdenkingsfeest en een feestmaal met verrukkelijke wijn ter ere van hun overleden oma. Op een zonovergoten strand van de Tyrreense zee trekt Gort zijn eindconclusie. Verkoopt hij zijn Franse château en gaat hij opnieuw beginnen in Italië?