Mevrouw Jeannine geeft de burgemeester de opdracht om de opbrengst van een feestje naar de bank te brengen. Wanneer hij langs het huis van Samson en Gert komt, springt hij even binnen langs de keuken. Maar hij ziet opeens een overvaller staan die een geweer op hem richt. Helemaal in paniek gooit hij de zak met geld in de lucht en loopt vlug weg. Maar de overvaller blijkt Gert te zijn, die met een zakdoek voor zijn gezicht aan Samson liet zien hoe hij vroeger als kind mensen natmaakte met zijn waterpistool (dat geweer was trouwens dat waterpistool). Hij wil de zak met geld terug gaan geven aan de burgemeester, maar wanneer mevrouw Jeannine zegt dat zij de dief met haar deegrol zal slaan, durft hij dat niet meer. Hij en Samson verkleden zich als mensen uit een ander dorp die de zak 'toevallig' hebben gevonden. Gaan de burgemeester en mevrouw Jeannine er niet achter komen dat zij eigenlijk Gert en Samson zijn?